Voorbij gevlogen is weer
de tijd die wij samen
mochten hebben dit weekend.
Lachen, samen spelletjes doen,
tv kijken ook, die maffe film,
maar aan dat alles kwam een end.
Je moest weer richting oosten,
op weg naar je eigen thuis waar
je moeder op je wachtte, liefdevol.
Begrijpen doe je het nog altijd niet,
voel je bij het afscheid soms intens
verdriet en schieten je ogen vol.
Nog zie ik voor mij, je betraande gezicht,
je hand smekend naar me uitgestrekt
en mijn hart brak in tweeën uiteen.
Weer zie ik hoe je vanachter de voorruit
naar me zwaait en je onderlip trilt,
over je wangen lopen de tranen heen.
De hele avond was je ontroostbaar,
voelde je enkel dit intense missen,
dat ook ik elke keer weer diep in me voel.
Ik probeer je uit te leggen dat ik je
heel snel weer zie, je snel weer bij me bent
maar op dat moment heb je niet dat gevoel.
Mijn nacht verloopt woelig en onrustig,
wetend dat jij je waarschijnlijk in slaap huilt
en je zo mijn gezelschap missen moet.
De ochtend brengt een grijze wolkenpartij
die perfect mijn sombere stemming weer geeft
en weer stromen tranen om mijn bezwaard gemoed.
Voorbij gevlogen is weer het weekend,
dat ik met mijn kinderen beleven mocht en
aan hen draag ik dit gedicht op, vanuit mijn hart.
Want ik weet dat bij de oudste, middelste en
zelfs de jongste toch immer nog verdriet heerst,
maar helaas is de wereld soms zo hard.