Vermoeide benen dragen
haar tengere lichaam
naar haar plekje bij het raam
waar de hoge bomen immer
haar interesse wekken
altijd vraagt ze hetzelfde en
is zich zelden bewust van
een antwoord
verdwaald in haar gedachten
draait ze in haar cirkel rond
maar wat ze nooit vergeet
te zeggen met haar gerimpeld
gezicht en die lieve blik
in haar ogen is;
'Dank je wel, dat je er bent'