Lelijk, stom, dik.
Dat ben ik.
Ik kan er niets aan doen.
Maar ze blijven het herhalen.
Ik kan er niet meer tegen.
Ik loop vaak in de regen.
Helemaal alleen.
Waar moet ik heen.
Dat kan ik niet beantwoorden.
Ik kan er wel voor moorden.
Maar zo ben ik niet.
Ik ben lelijk, stom, dik.
Dat ben...IK!!