Daar de oostelijke horizon de ochtendzon begroet
Blijven bevroren akkers slapen
Vogels trachten zuidelijk te vliegen
Echter; vlieden verward in cirkels heen
Dauwdruppels omhelzen 't prikkeldraad
Daar het mijn tranen hadden kunnen zijn
Hakend op de prikkels
van de draden van mijn leven
Fiere eikenboom, kleed mij aan
mijn koude lichaam
met je laatste bladeren –nederdalend-
En behoed mij voor wat nog komen gaat