Ik herinner me nog de dag,
Dat ik je voor het laatste zag,
We woonden op 8 huizen van mekaar,
En waren toen stapel op elkaar,
Ik ben je nog steeds niet vergeten,
Soms kan ik er niet van eten,
Ondertussen al 7 jaar voorbij,
Toen was je alles voor mij,
Ik zag hem zitten in de zetel,
Hij, zo koel als een netel,
Ik had een voorgevoel,
Maar hij bleef zo koel,
Die nacht, niet zoals het hoort
Jij en je zusje vermoord,
Je mama gevlucht en gesprongen,
Hij geschoten, onbezonnen,
Ik koelen bloede,
Zonder angst, met veel woede,
Nu waren jullie 21 en 20 geworden,
Twee mooie meiden, wat ging er van jullie worden?
Het leven afgenomen die ene nacht,
Een bloedend spoor, net als in de jacht,
Weet zeker, dat ik hem kraak,
Wanneer weet ik niet, maar ik neem wraak.
*20 juni 1999*
*AALST*