Angstvallig proef ik de bitterheid
Op mijn eens zo zoete lippen
hun rode kleur ging eens verloren
ze dragen nu immer blauw
Ik zou je aan willen spreken
in ’s werelds mogelijke talen
echter; ik ken je oogschittering niet
Je naam heb ik nooit vernomen
Zullen er nog vele nachten voorbij gaan?
Waarin ik luisteren moet naar ritmes
van eeuwige eenzaamheid,
herfstregens tikkend op het glas
Laat me bloeien – doorgrond mijn wortelen
En overstem de westenwind met hemelmuziek
Nu de druppels plassen vormen
laat het wachten – voor ons