Als een onbekend persoon die goed kan dichten
Zo ben ik een over, over onbekend persoon
Een poëet die eenieder op aard wil berichten
Over mijn nieuwe over, over onbekende toon
Dat het pad van elk onbekend poëet zou kunnen verlichten
Dit gedicht anders dan de gedichten gewoon
Met een tot dusver onherkenbaar gelaat
Omdat een gedicht als dit pas sinds nu bestaat
Is het ook gelijk een onherkenbaarheids icoon
Dat een over, over onbekende weg in slaat
Die onbekendheid van onherkenbaarheid red
Door alles wat geschreven in deze regels staat
Dan bedoel ik mijn over, over onbekende opzet.
Het aller eerste nog onbekende ‘Bakhuijs’ sonnet
(als dit niet het eerste sonnet is in het rijm schema A-B-A-B-A B-C-C-B C-D-C D-D dan verontschuldigingen voor de inhoud)