De clown lacht met een smalend gezicht,,
Zo vrolijk, altijd.
Voor elke zin of grap waar hij zelf het meest om lacht.
Geen idee of, hij het werkelijk meent?
De clown laat zijn ware innerlijk nooit zien.
Zo gesloten als een kluis, lacht hij daar.
Zelf spottend als maar kan zijn,
Zichzelf vernederend, alleen voor zijn publiek.
Langzaam dwalen mijn gedachtes weer af,
Van die ene zielige clown.
Hoe kan een clown zo ver komen?
Zichzelf zo te vernederen?
Ik kijk weer naar de clown,
Slaak een zucht, ben even stil.
In die enkele seconden,
Bedenk ik mij,,..
Dat ik die clown kan zijn.