Waar wachten we nog op?
Katoen in contrast met witte muren.
Deuren die nergens naartoe leiden,
maar waarachter technologie verscholen gaat.
Heldere beelden,
en muisklikken die blijven nagalmen in je oren.
Razendsnel getyp op de toetsenborden,
een doorsnee dag in het computerlokaal.
Ik blijf liever nog even op de gang staan,
rustig hang ik mijn jas aan de haak.
Plots wil ik naar buiten rennen,
en mijn blik op de wolken richten.
Zelfs als de hemel regen huilt,
dan vangt de raaf haar tranen op,
met zwarte veren.
Als dank laat het oneindige blauw haar
tussen de wolken zweven.
Een soort Zwarte Engel,
voor Witte Schoonheid.
Beiden zo verschillend, en toch,
het mooiste tafereel dat ik ooit heb gekend.
(dit gedicht wil ik misschien gebruiken voor school, we moeten namelijk een gedicht verzinnen bij een plaats in het gebouw - voor dit gedicht zou ik een foto van de gang bij de computerlokalen gebruiken, en een foto van de lucht boven school, lijkt dat jullie een goed idee? en wat zou er nog kunnen aan veranderd worden? Alvast bedankt!)