De weg der dwazen 2
Een Heer uit het zuiden
Er is een obstakel
Tijd duurt lang
Hier loopt geen spoor, geen weg
Het maakt de vrouwe bang
Zij staat daar aan het water
Zij ziet de meeuwen op de wind,
De zon schijnt in het water
Zij beziet de tijd… Eenzaamheid
De heer roept van zijn zijde “oh vrouwe
hou vol” Ik kom eraan met grote spoed”
En de tijd die eist zijn tol
Heer uit het zuiden hou jij het vol?
De vrouwe zal in haar lot berusten
Zal haar heer nog komen?
De wind verwaaid alle lusten
Vooral de menselijke dromen