Een eenzame meikever,
overgebleven door het lot.
Door de zachte temperatuur waarschijnlijk.
Zat verscholen in een kot.
Zijn familie junikevers
waren al lang langsgeweest.
Voor hun harde brommen tijdens 't vliegen,
was hij het meest bevreesd.
Nu was alles stiller.
Misschien één late vlinder
die hier en daar wat nog zoeken ging,
om te overleven de nakende winter.
De meikever kwam naar buiten
Het vliegen ging niet vlot
Door de zware luchtdruk daarboven
voelde hij pijn doen aan iedere bot.
Hij toerde rond van Oost naar West
zoekend naar een soortgenoot.
Toen hij ook het Zuiden en het Noorden
had verkend, toen viel hij dood.