Zoals jíj daar in dat gras lag - zoals
ik altijd wilde, was ik nog nooit jaloers.
Overheerlijk gevoel gaf mij dat - jij,
spelend met het gras.
Mieren die je voeten kietelden, terwijl ik -
bloemen plukte om jou te verwennen, met
rozengeur én manenschijn.
Maar nátuurlijk is dit het einde van de dag,
want verder dan hoop komen we nooit.
- "Zie je wel"