Jij was altijd de bange haas.
Jij was de mindere ik de baas.
Je jankaanvallen kwamen elke dag.
Er was niemand die jou zag.
maar je vergat me nadat je opeens alles was.
Je was populair en zat duidelijk in je sas.
Andere meiden waren belangrijk.
Je zette me dagelijks in de zeik.
Tot je 'vrienden' je niet meer zagen staan.
dus besloot je voortaan, om dat ze jou verlieten.
Maar weer eens met mij op te schieten.
Wat hadden we vaak een lol.
Je speelde in mijn leven een grote rol.
Maar deze fout kan ik niet beschrijven.
Door jou moet ik nu zitten blijven.
Nu ik niet meer bij je zit.
heb jij aan alles grote shit.
je snauwt tegen mij, je kent me niet meer.
en zo begint het negeren voor de tweede keer.