Lopend op een koude grond,
kijkt ze overal eens rond.
Dag en nacht heeft het gevroren.
Ze heeft de warmte om haar heen verloren.
De sneeuw dwarrelt neer op de vloer.
Waarom is dit eerst zo meisje mooi en stoer,
Nu zo kil en zo gestresst.
Ze is veranderd in een ijsprinses.
Donkere kringen, bleke huid.
Geen gepraat, alleen geschreeuw zo luid,
dat de rillingen over je rug ,open.
Er is een kilte in haar lichaam geslopen.
Maar lieve ijsprinses koud en kil.
angstigmakend bedeisd en stil.
Kom tot leven wordt weer groot.
Want de zon is nog niet dood...