Ze loopt, maar weet niet wat ze zoekt.
Ze sterft langzaam uit.
Ze zwerft in een tuin zonder eind.
Ze praat zonder geluid.
De wind waait in haar haren.
Hij neemt haar mee, ze weet niet wat ze wil.
Dan is de wind weer stil, het maakt haar tot bedaren.
Waarom is ze niet meer blij, waarom is ze niet meer vrij,
Net als de blaadjes van de bomen.
Die steeds weer opnieuw komen.
Ze zit gevangen in een spinnenweb, als een bloem die is verlept en nooit meer mooi zal bloeien.
En het spinnenweb blijft groeien.
Het gaat meer en meer om haar heen.
Ze schreeuwt het uit!! Het is gemeen, dat ze mij altijd pakken.
Ze laat haar hoofd zakken- klein en teer
En dan is er geen leven meer…