Je lag daar op de grond bewegeloos en stil, geen zucht geen wind je lag daar op de grond als een slapend kind.
ik maakte je wakker je deed je ogen open en je wou opstaan om te gaan lopen. je had al uren op de grond gelegen maar je kwam niet omhoog want je kon je niet bewegen. ik vroeg je in paniek, mama, mama ! wat is er gebeurt? je kon bijna niks zeggen en je gezicht was wit gekleurt.
Ik wist er is iets mis! ik ging zoeken maar naar wat?
Ik keek overal tot ik geschrokken en bewegeloos voor de geopende prullenbak stond.
Ik sloeg mijn hand voor mijn mond, allemaal lege dozen en potjes pillen. Mama wou dood ik kon wel schreeuwen huilen en gillen. Snel rende ik terug en belde de ziekenwagen, en onder tussen mijn moeder steunend bleef ik mezelf maar vragen, waarom waarom waarom het ging allemaal zo goed, ik snap niet dat ze zoiets doet.waarom is ze niet met het leven blij? Houd ze niet meer van mij?
Nu zit ik naast haar ziekenbed en kan alleen maar naar haar staren en haar zachtjes strelen door haar haren.
blijven bidden, blijven hopen dat het uiteindelijk beter zal verlopen. dat ze hulp en liefde krijgt, dat ze weer naar de zin van leven neigt.