Ergens in het park, niet ver van hier
staat hij blauw te zijn
zonder vrouwen, zonder bier
verbannen door groot en klein
't is afgelopen met het plezier
daar staat ie dan, voor de schijn
Altijd maar alleen
stel je voor, in weer en wind
niemand loopt naar je heen
nog niet één kind
zelfs geen hond zonder been
niemand die je leuk vind
Maar zo'n vijftig meter verder staat een kot
de woonplaats van z'n laatste hoop
hier huist de blauwe verfpot
ontmoet bij zijn eerste doop
hij voelt zich vast rot
en hoopt op een verkoop
Wachtend op een avontuur
of beland hij bij de rommmel
badend in de regen zuur
nauwelijks vergezeld door een hommel
verlangt hij op een wonder der natuur
egens in het park,staat die schommel