Zonder jou
In de schaduw van een boom,
Onder de sterrenhemel.
Denk ik het liefst aan jou,
Mijn lieve engel.
Je lieve lach,
Je stralende ogen,
Waarom zie ik jou nooit weer,
Waarom ben jij gestorven.
Het zonnetje schijnt,
De wolken verdwijnen.
Als ik jou nu niet zie,
Zal ik wegkwijnen.
De mensen lachen,
De bloemen bloeien.
De schapen grazen,
Evenals de koeien.
Hoe kunnen ze zo vrolijk zijn,
In dit koude land,
Zonder een hallo van jou,
Of een warme hand.
Voor mij is de dag voorbij,
Evenals morgen.
Waarom leef ik nog,
Met al die zorgen.
Wat doe ik hier,
Laat mij maar sterven.
Zonder hem op de wereld,
Zal mijn ziel langzaam bederven.
Ik zeg nu gedag tegen de mensen,
Die mij nooit in de steek lieten.
Het heeft nu alleen geen zin meer,
Ik zal nooit meer genieten.