Gezegend met mezelf
Wat een meid, zo goed,
Vol zelfvertrouwen en moed.
Dot alles zonder fouten, en met pure kracht,
Dat is juist, waar ik op wacht.
Ik moet vragen en zeuren,
Waarneer ze mij weer opbeuren.
Alle signalen en woorden van mij worden niet verstaan,
Ik zal zo verder gaan.
Dit gedicht staat vol zelf medelij,
Maar ik heb geen liefdevolle ouders aan mijn zij.
Mijn zus daarin tegen, krijgt alles wat ze wil,
Maar voor hun, is mijn vraag te stil.
Ik krijg geen compliment of een knuffel vol passie en trots,
Een chagerijnig gezicht en gesloten harten is waar ik tegen aan bots.