DEBBIE
Je gedicht heeft me zopas iets verteld,
dat je hem met liefde hebt opgesteld.
En weet je wat hij ook nog zei?
Dat je een waardige schat bent voor mij.
Ik ben blij dat ik die schat gevonden heb
en ik ben opgelucht want hij is niet nep.
Een schat met een onbeperkte waarde,
waar sommige mensen voortdurend op staarden.
Maar ik geef hen geen ongelijk,
want met zo’n schat ben je immens rijk.
Daarom zal ik mijn schat bewaken,
durf hem dus niet aan te raken.
Als je mijn schat wil veroveren
dan zal je toch moeten kunnen toveren.
Desnoods pak je al mijn geld,
mijn schat is het enigste wat telt.
Ik ben gelukkig met zo’n schat,
ik wenste dat iedereen er één had.
Maar niet die van mij,
want schat en ik zijn wij.