Als de zon mij gade sloeg
En vroeg waar ik was gebleven,
Wat moest ik haar vertellen
Dat ik was voortgedreven?
Dat ik haar waarschuwingen in de
wind sloeg en deed wat ik had gedaan,
zou ze dan nog stralen
en besluiten door te gaan?
Ja, ze zou glimlachen,
De blauwe lucht met licht verrijken,
En dan heel, heel stiekem
Om een hoekje kijken!