We waren intens gelukkig.
Twee handen op één buik.
Jij was diegene
die me steeds opnieuw
aanvulde.
Tragisch.
Periode van twijfel.
Mijn wereld stortte in.
Puinhoop
van losgekomen
puzzelstukjes.
Gebroken en alleen.
Niet wetend
waar naartoe.
Hopeloos verwarrend.
Je bent…
anders.
Ik waag me
door de tunnel
van kwetsbaarheid.
Laat me raken.
Kille stemmen.
Schreeuwend uit de ziel
van mijn tweede ik.
Het doet pijn.
Tranen.
Spurt daarna
naar de uitgang.
Kan de pijn
niet langer aan.
Kapot.