Het ergert mij dat dieren zo houden van mij
De hond die bakent zijn terrein af waar ik ga
De kat kijkt lief, doch daar blijft het ook maar bij
Want de papegaai, die wijst mij mijn fouten na
Allemaal vrouwelijke reïncarnaties
Van dames die ik in vroegere levens had
Al weet ik niet goed meer, hoeveel generaties
Tussen die naaktheid, en het vroegere vijgenblad
Zij deed het steeds op zijn hondjes, nooit op haar zij
Zo loopt ze mij nu blaffend, kwispelstaarten na
Maar als ik omkijkt zie ik strontjes op een rij
En loopt zij mij voorbij alsof ik niet besta
Er is niet veel verschil tussen vroeger en nu
Er is bijna geen verschil tussen jij en ik
jij sta daar nu in jouw natuurlijke tenue
Terwijl ik in mijn waardig mens zijnde verstik