Lieveling, jou zou ik graag beminnen,
laat hart en ziel bekoren met woorden.
Hoe vlijtig een verleiding der zinnen,
baart illusie, kan realiteit smoren.
Ik bezing de wond'ren die je herbergt,
ben door liefde onttroond, in lust ontstoken.
M'n hand trilt van deugd die deze pen vergt,
de smart van onze ketens vlug doorbroken;
Wat ik je zachtjes influisteren zou,
warm en delicaat als de lentewind,
sluimert al eeuwen diep in mij en jou
met de kracht die hunkering verbindt.
Vaarwel nu, dit is wat je moet weten:
dat ik zojuist je naam ben vergeten.