Mama ik kan voor jouw gemoedstoestand geen gelukkig leven leiden. Al sinds mijn ontstaan ben je ziek, ziek omdat je je geliefde baby ziet vechten.
Vechten tegen voor jou niet bestaande werelden.
Ik verlang naar een man,
Terwijl ik ze minacht.
Ik heb een schitterende fysieke verschijning,
Die ik verwaarloos.
Ik bezit een geniale geest,
Welke ik verdrink
Mama je hebt me hier gebracht. Wat moet ik nu?
Waarom mocht ik gewoon niet in je armen blijven liggen?