Op een dag belde je me,
Met een heel lief bericht,
Ik kon bijna niet slapen,
Mijn ogen gingen niet dicht.
Het was niet raar of gek,
Het was ook best wel kort,
Maar het ging om wat je zei,
Waardoor de rest instort.
Ik leef alleen nog naar dat ene,
Zonder jou heb ik het zo koud,
Zeg me daarom nog een keertje,
Dat je van mij houdt.