de eerste kan niet lachen
de tweede die lachte te veel
die was een lafaard
de 3e dat was een schatje
maar die wilde me niet
toen werden we gewoon vrienden
al die meisjes wilden hem
ik wist niet wat ik ooit in hem had gezien
de vierde had een rotkop
en het was gewooon lichamelijk
je kent dat wel breedgeschouderd
veilig in zijn armen
de laatste die droeg een rok
was het tegen overgestelde
dan ik ben
dus ik geloof dat ik alles heb gehad
allenmaal mafkezen
maar ja,
zo normaal ben ik ook weer niet