Als ik kijk:
Als ik kijk wat ik zie,
denk ik niet dat dit alles is.
Ik weet niet of ik dit wil zien,
want ik zie dat er is, iets mis.
Als ik kijk wat ik nu zie,
denk ik dat dit moeilijk wordt.
Ik weet niet of ik dit wil zien,
jullie rust wordt dusdanig verstoord.
Als ik kijk wat ik later zie,
denk ik dat ik veel ga missen.
Ik weet niet of ik daar aan wil denken,
maar ik kan me natuurlijk ook vergissen.
Als ik naar later kijk zie ik,
een leven zonder mijn dierbaren.
Dat lijkt me een akelig leven,
daarom ga ik ook nieuwe dierbaren vergaren.
Altijd zal dit in mijn gedachte blijven,
en zal ik er over blijven schrijven.
Ook mijn nieuwe dierbaren zullen verdwijnen,
en dan voel ik weer die pijnen.
Als ik nu naar mijn opa kijk,
zie ik iets wat ik niet wil.
Het is na deze tijd net zo wit als een lijk.
maar één ding is zeker ik hou van hem heel erg veel.
We moeten nu over hem waken,
en zorgen dat hij blijft kwaken.
Hij is ons dierbaar,
hij is belangrijk.
En nu vormt er een gevaar,
maar ook zo sterk als een dijk.
Zelfs de sterkste dijken kunnen instorten,
daarom gaan we het schema inkorten.
We gaan hen rust gunnen,
zodat we nog een tijd met hun door één deur kunnen.
We zullen over ze blijven waken…