Ik zag jou als mijn 2de moeder,
samen lachen en huilen.
Zoveel meegemaakt,
mooie en minder mooie dingen.
Ik dacht dat dit voor altijd was,
maar helaas.
Jij beloofde dingen,
die je niet waar kon maken.
Ik ben boos,
woest om het zo maar te zeggen.
Je laat iemand waarom je geeft,
niet zomaar vallen.
Ik snap het niet,
zal het ook nooit snappen.
Maar ik hoef je nooit meer te zien,
het is genoeg geweest.
Soms denk ik terug aan die mooie tijd,
en dan mis ik je.
Zou alles terug willen draaien,
maar jij hebt alles kapotgemaakt.
Ik gaf om jou,
echt waar.
En ik dacht dat je ook om mij gaf,
maar niet genoeg blijkt nu.