’t Is niet jouw schuld
je blies gewoon zachtjes
en het vlammetje was er
As begon te branden
Had die dan al die tijd liggen smeulen?
Of waren het kolen
in een doofpot,
ver verstopt daar
onder de hoedenplank
van de kast
in de hoek
van het gesloten kamertje?
Hoe dan ook
De bloemloze stengel verwelkt opnieuw.
Hij zal wel nooit opverwelkt zijn,
Zolang de geheugenflitsen niet
melancholisch gerangschikt
bij de andere fotokaders staan.
Zolang ik er niet naar kan kijken
zoals “Mijn eerste keer zonder steunwieltjes”
zoals de angst, die ik moest overwinnen
Angst voor de val
de pijn
de toekomst
En die ik moest negeren,
om zo
door opverwelkte rozenvelden
te floreren.