Tergend langzaam kruipt de tijd voorbij.
Een lange nacht.
Samen, ik en jij.
Een verheugde toekomst.
Die we beiden niet kennen.
Die nergens toe zal leiden.
Die ons nergens heen zal brengen.
We nemen de moed niet.
Om alles aan te pakken.
Om te snappen wat we willen.
Maar gewoon verder te zakken.
Naar het diepste dal.
Waar onze gedachten samen persen.
Onze nacht te ververzen.
Waar lakens ongeschonden lijken.
En de geheimen te zijn verstopt.
Waar we eens zo samen.
De nacht hebben ontpopt.
We laten niets merken.
Blijven gewoon stil.
Omdat dromen die we dromen.
Ons brengen waar ik wil.