Buiten is een chaos.
Wind die blaast, zwoegende fietsers.
Maar in de rozentuin is alles rustig.
Mijn handen voelen een kloppend hart.
Vliegende kussen,
prachtige gezang van mussen.
Lekkere geuren.
We kunnen hier niet zeuren.
Mond op mond.
Draaiende tongen.
Mooie liederen.
Zo snelkloppende harten.
Hartverwarmende woorden.
Dan pak je een roos
en geeft die aan mij
je vraagt erbij of dat ik
met je wil trouwen.
Mooie herinneringen in die rozentuin.