De bomen zijn weer groen,
overal bloeien bloemen.
Het ruikt heerlijk buiten.
De warmte is wedergekeerd,
iedereen is vrolijk en lacht.
De natuur is eindelijk wakker,
ze straalt in al haar schoon.
W kunnen weer buiten blijven,
slapen onder de sterrenpracht.
Alle koude is verdreven,
de warmte onthaald.
De tijd van groei is aangebroken.
Komt allen en vier feest,
de zonnegod is langsgeweest.