Het begin van een einde, dat vind ik altijd zo mooi...
alsof de schoonheid van een dag -
een doordeweekse of een vrije.. -
het einde al zou zijn, en het begine aan de volgende nacht.
Bezinning door nieuwe woorden
als de spatie in mijn pleidooi,
de geborgen woordspeling- en opbouw van de morgen-gedachte.
Denk je eens in,
het beeld: 'de nieuwe zon,
de volgende maan, de komende
wolkenbanken die dagdromers
als ik ontgaan'.
Spelende kinderen 's ochtends op straat,
oude mensen die een terugmars houden
naar de eeuwige jeugd die voor hen
niet meer bestaat.
Een laatste welbeschikking, de thanasie,
hun laatste dag misschien,
als in een gegoten japon voor hen
diens toccata in 't coda overgaat.
De dag, telkens nieuw en Oh...zo gloedje,
als de dingen die waren en zijn geweest,
en wederom zullen komen gaan,
in de morgenstond van "stilbelevenstaan".
(uit de bundel "stilbelevenstaan" van Freek de Graaf)