Ik kom thuis en maak schoon,boodschappen en de was.
Zorg dat alles in orde is en ik kook.
Ben vrolijk,zoals mensen me graag zien.
Plots staan de tranen in mijn ogen.
Want zo gaat dit elke dag.
Ik zorg voor jou,maar wie voor mij?
Doe het graag omdat ik van je hou.
Omdat jij ook voor mij zorgde toen je dat nog kon.
Soms voel ik me even alleen.
Word over een paar dagen twintig.
En wie zorgt er voor mij?
Heel soms zou ik klein willen zijn.
Ik huil niet vaak maar als ik het doe, dan doet het pijn.
het is zwaar.
Dit lieve gebaar.
droog snel mijn tranen en hoop dat je het niet zag.
Nu ik vijf minuten later weer lach.
Een aai over mijn bol zou me zo goed doen.
Al is het maar een arm om me heen.
Want ik kan het niet altijd, niet altijd alleen.
Stel me niet graag kwetsbaar op.
Daarom doe ik het als niemand het ziet.
altijd sterk,maar soms breek ik.
heel even.