Wie had dit ooit gedacht?
Ooit gedacht van iemand,
Maar vooral van jou.
Waar haalde je de kracht vandaan?
Wat was je motief?
Vond je het leuk,
Lekker misschien?
Kreeg je een goed gevoel?
Voldoening misschien?
Wat was het?
Vertel het me..
Je deed me pijn,
Veel verdriet.
En nog steeds, nog steeds,
Snap ik het niet
Het deed meer pijn dan je je kunt voorstellen,
Waarom deed je dat?
Het begon allemaal zo mooi;
Je mooie ogen; ze keken in die van mij,
Je mooie lach,
Je lippen; ze raakte die van mij.
Toen die harde greep,
De pijn door mijn lichaam.
Je mooie ogen; ze spuwde vuur,
Je mooie lach; hij werd beangstigend,
Je lippen; niet meer waar ik ze wilde.
Ik werd bang,
Ik wilde gillen, schreeuwen,
Deed mijn mond open,
*Geen geluid*
Wat moest ik doen?
Wat moest ik doen?
Ik schopte,
Ik krabde,
Ik sloeg,
Ik beet.
De pijn werd zo hevig,
Wie had ooit gedacht?
Ik wilde bij je zijn,
Voor altijd de jouwe zijn.
Wilde ik het iemand vertellen?
Nee,
Ik moest het iemand vertellen
Dus vertelde ik het aan diegene van wie ik het meeste houd;
Mijn steun en toeverlaat;
Mijn grootste steun;
Mijn beste vriend;
Mijn broer!
Durf niet meer naar de training; daar ben jij
Durf niet alleen meer over straat; daar ben jij
Durf niet meer te praten; misschien hoor jij het
Durf niet meer te voelen: dat deed ik bij jou.
Vanavond;
Weer naar training; niet alleen over straat,
Weer gepraat; niks gevoeld.
Je keek me aan,
*Steek in mijn maag*
Ik voelde angst,
En mijn eten kwam naar boven,
Toen kwam hij,
Jouw beste vriend,
“Wat is er?” vroeg hij.
Kon ik het vertellen?
Nee,
Ik moest het vertellen,
Hij vol ongeloof,
Vol afschuw.
Hij schold,
Hij schopte,
Hij vocht,
Voor mij.
Hield hij meer van mij,
Dan toen jij van mij hield,
Was het zo?
Nu moet niemand je meer,
Je vrienden stoten je af,
*Je excuses*
Misschien is het mijn schuld,
Misschien ook wel die van jou.
Misschien moest ik mijn mond houden,
Misschien ook wel niet.
“Voel je je nu goed nadat je dit gedaan hebt?’’
Jouw boze woorden,
Misschien kan ik dat beter wel aan jou vragen.