Lieve glimlach,
eens sierde je mijn mond
en was je ieders lieveling,
door jou werden gordijnen
voor de ramen weggeschoven
gingen deuren open;
door jou scheen de zon
lieve glimlach,
was het heerlijk warm
en krioelde het van leven;
toen werd het bewolkt,
weet je nog?
de regen kwam
en spoelde je van mijn lippen;
hetb leven trok zich terug
en het werd koud,
de zon verdween
achter de wolken,
de deuren sloten zich weer
en de gordijnen
werden weer
voor de ramen geschoven;
al je lievelingen
zijn verdwenen;
ik mis je,
mijn lieve glimlach;
slechts jouw
buitenkant leeft nog
maar van binnen
ben je gestorven;
ik mis je,
mijn lieve glimlach