Het onverbiddelijke geloof heelhuids ontsprongen
Leven met een lichte toets van goddelijk besef;
Nooit meer een zwart en bitter einde opgedrongen,
Maar zonder wrok, blijmoedig en geen ophef.
Het onderdrukkende juk met z'n noodlottige ban
Van je afgeworpen, geen zonde meer, geen eerste steen,
Je werd er geen lichtvoetig danstype van,
Maar het leven was licht en draaide om jou heen.
Zo heb ik je gekend, weldadig bij het leven,
Je liefde voor mij nam je niet mee in je graf,
Ze is al die jaren na je dood bij mij gebleven,
Ik kan daar nog jaren mee verder, jouw taak is af.