Een douwige gloei bedenkt de aarde
Jij starend naar het oneinde
Je zei niet wat je ging doen
dat was wat je verklaarde
zo kil, zo cool zoals je naar me keek
niet zoals altijd een enorme preek
je praatte en praatte aan een stuk door
nu is het zo stil, geen gehoor
wat heb je gedacht toen je daar stond
heb je nog aan mij gedacht
of aan gisteravond
hoelang heb je, je blik op oneindig gezet
tot op het moment dat je werd geplet
een lichte trilling
hij komt eraan
je kunt er nu nog vanaf gaan
nog een paar seconden
dan is het te laat
voordat je van deze aarde afgaat
nader en nader komt hij dichterbij
geen ontkomen meer aan
het is voorbij
Jij hebt hiervoor gekozen
om bij ons allen weg te gaan
maar je blijft in ons allemaal
voor eeuwig bestaan.
"Dit gedicht is voor iedereen bedoeld
die dit direct of indirect mee heeft gemaakt
een steun, een hart onder de riem
je staat er niet alleen voor".