-*-
Gebroken loop ik door de straten,
Mijn mobieltje staat roodgloeiend.
Al die mensen die met me willen praten,
Wat is er aan mij toch zo boeiend?!
Ik ben weggelopen van mijn “thuis”,
Werd ontzettend ziek van de dagelijkse sleur.
En de enige die ik hiermee inluis,
Ben jij, met je aanhoudende gezeur!
Mijn hoofd til ik langzaam op,
En ik kijk mezelf aan.
Een rode auto en een vaag gezicht,
Is wat ik zie in het raam.
Mijn lichaam rilt van de kou,
Maar morgen ben ik hier toch niet meer.
Ik weet echt niet waarom ik nog blijven zou,
Dan ga ik naar een warmere atmosfeer.
“Wat gaat er toch in je hoofdje om?”
Is wat je me eens vroeg.
Maar ik antwoordde niets, ben heus niet stom,
Net of ik ooit zal vergeten hoe je zo op me in sloeg!
Jullie zijn me nog steeds aan het zoeken,
Maar wat geef ik daarom?
Je kunt me vinden in m’n dagboeken,
Daarin staat de wereld van mij..
-*-