Diep in mijn hart huilt een Engel
Wat ik werd was een harde bengel
Ik werd een berdreiging voor mij zelf
Niemand kon mij redden zelfs geen beschrem elf
In een donkere ruimte zit ik alleen
Mensen om mij heen zijn er geen
In een hoek gekropen heel klein
Was alles in mijn ogen maar zo fijn
Iedereen om me heen is vrolijk en blij
Hoor ik dan nergens bij?
In een derpisieve vase daar zit ik
Niemand werpt op mij een enige blik
Net alsof ze bang voor me zijn
Maar niemand krijgt mij klein
Was ik maar weg van hier, ver weg
In een wereld zonder pech
Was ik maar een normaal mens
Met een eigen wil en een eigen wens
Was ik maar geen bedreiging
Dan had ik ook geen rare neiging
Die neiging ben ik voor eeuwig zat
Nu heb ik mijn leven gevonden dat ik bijna vergat...