Met mijn schaduw als bondgenoot,eenzaam en alleen,
zit ik hier te mijmeren en te dromen over toekomst.
Een heden en verleden dwalen door mijn gedachten als geen één.
Dromend en verlangend naar wat ons toekomt.
Het eeuwige geluk van ons eigen nestje zonder zorgen,
een huis vol liefde,genegendheid en vertrouwen.
Was ik nu maar dicht bij jou,heel misschien morgen,
maar nog het liefst nu meteen,’k zou je schoonheid aanschouwen.
Een pracht en een kracht in één geheel ben jij voor mij,
ik die onaantrekkelijke eenvoudige jongen.
‘K wou dat ik je kon strelen,zo wild en vrij,
mijn slechte ervaringen gauw verdrongen.
Voor mij zijn we nu reeds bij elkaar in mijn gedachten,
je strelend en koesterend,mijn lieve prinses.
Wat zijn ze toch koud en kil die eenzame nachten,
maar Peggy staat in mijn hart gegrift met een mes.
Hopend op de dag dat je jouw armen om me heen zal slaan
schrijf ik verder mijn gevoelens op papier.
Een nieuw leven biedt ik je nu liefdevol aan,
aan jouw om de deur te openen die reeds staat op een kier….