dan wil ik haar wurgen
de tijd
haar onverzettelijkheid
van altijd heen
maar nooit bereid
tot soms eens terug
die tijd
de vermaledijde tijd
als ik dan hard genoeg ren
en brul als de leeuwen
ik voluit de pijn
van daken zou schreeuwen
als ik bergen verzet
ik bliksem en donder
dan wijkt ze de tijd
dan gaat ze d’r onder
als ik maar hard genoeg strijd
zal het toen zijn
en eeuwig zo blijven