Nog beter kan ik me opsluiten,
Zitten wachten heel alleen.
Met geblindeerde ruiten,
Geen mensen om me heen.
Want wat ik doe gaat fout,
Altijd weer hetzelfde verhaal.
M’n dagen voortaan koud,
Geen knuffel, geen warm onthaal.
Ik heb mezelf verbannen,
Van de buitenwereld naar binnen.
Geen invloed meer op mannen,
Waarvan ik de strijd toch niet kan winnen.
Het spijt me van alles,
Sorry voor mij.
Ik speel nooit meer voor prinses,
Hopelijk maakt dat een ieder blij.
Dromen zijn toch bedrog,
Ik ben bedrogen door mezelf.
Bij deze stap ik uit die oorlog,
Hopelijk gaat de rest vanzelf.
Ik zal nooit meer een droom zijn,
Niemand zal me nog zien zoals ik was.
Want ik zoals ik nu ben doet alleen maar pijn,
Dus voortaan zie je me in een grote zwarte regenjas.
Maar nog beter kan ik me opsluiten,
Zitten wachten heel alleen.
Met geblindeerde ruiten,
Geen mensen om me heen.