Me verstand zegt me zoveel,
Ik snap het niet,
Is er iemand waarmee ik deze gedachte deel?
Ik heb geen flauw idee,
Ik snap het niet,
Het zit me niet mee.
In de knoop met mijn gedachten,
Geduldig, toch bang,
Zit ik hier alleen af te wachten.
Ik wacht op mijn vonnis,
Snap het niet,
Wat is dat ene ding dat ik mis?
Wat maakt mij zo lelijk,
Wat maakt mijn zo afschuwelijk,
Want als ik om me heen kijk.
Zie ik zoveel mensen zoals ik ben,
Dan begin ik met wensen,
Dat er mensen zijn die ik ken,
Die ik ken en me accepteren als de persoon die ik wil zijn,
Ik kan huilen,
Leven met pijn.
Ik kan lachen, genieten,
Lol maken,
Mezelf wel voor me kop schieten.
Soms snap ik het niet meer,
Komt alles boven,
Denk ik aan oud zeer.
Ik mis mensen in me leven,
Mensen waarvan ik heb gehouden,
Mensen waar ik alles voor op heb gegeven.
Ze hebben me verlaten,
Gewoon weg gegaan,
Hebben niet in de gaten,
Dat ze mijn achterlaten met verdriet,
Met een hoop narrigheid,
Ze snappen het gewoon niet.
Ik geef mijn leven op voor hun leven,
Ik doe alles voor hen,
Zal alles opgeven.
Maar nu niet meer,
Kan en wil het niet nog een keer,
Voel al het oud zeer.
Ik wil genieten,
Wil lachen en lol maken,
Toch kan ik mezelf wel voor me kop schieten.
Omdat ik met me heb laten spelen,
Gebruik van me heb laten maken,
Dat kan me wel degelijk iets schelen.
Ik wil iemand zijn,
Ik wil mezelf zijn!