Soms wil ik je wel vertellen wat ik voel,
En diep van binnen weet je vast wel wat ik bedoel.
Over hoe ik me voelde voor dat ik jou ontmoette,
Hoe ik was voordat je mij de eerste keer begroette.
Begroette met een zoen,
Ik zou het zo weer over willen doen.
We kenden elkaar niet,
het kwam door de drank en wiet.
De tijd daarna was prachtig,
Ik was zo blij en voelde me zo machtig.
Maar nu,
Je verliet me zonder zoen.
Iets wat ik nooit zou kunnen overdoen.
M’n hart klopte niet meer,
Ik was m echt kwijt, mijn lieve beer.
Weet je nu weer wat ik voel?
Je weet godverdomme zo goed wat ik bedoel!
Dat ik niet zonder jou kan,
Je was mijn man.
Mijn leven is nu kapot,
Jij was mijn god.
Een god die me heeft verlaten.
En wat die kapot maakt, heeft die niet eens in de gaten.
Kapot maak je mijn leven.
Mijn leven, ik zit nu weer te beven.
Mijn leven, ik zou het er zo voor geven.
Mijn leven geven voor jou liefde.
Maar dat gaat niet,
En dat doet me juist zon verdriet.