ik weet niet eens met wie je danste
toen ik je handen voelde.
(denk dat het je niet beviel
hoe ze in je broekje woelden.)
ook weet ik niet van waar je kwam
voor wie je je bij mij verschanste.
want nu jij mij te groot wordt, vlucht ik
in alles waarin ik mij kwijt raak,
al is het slechts één teen,
zoals bij mij alleen
zijn angst verdwijnt, wordt bijzaak
omdat ik hem begrijp, verzucht ik.
wat moet het heerlijk zijn om 's ochtends
te zijn al wie je 's avonds bent
zoiets als jou dan altijd
te begrijpen. zonder dat het went.