Ik voel de ogen van mijn dochter kijken.
Haar leven zal zeker op het mijne lijken.
Ik kan haar niet meer geven dan een spoor
van al het goede en van wat ik verloor.
Ik bid zodat zij alles zal bereiken.
Het geluk mag voor haar niet wijken.
Spontaan kijken wij elkander aan.
Geen enkel woord komt tussen ons te staan.
Ik zie mezelf daar terug als kind
en wens voor haar alleen een zuchtje wind.