Alweer de zoveelste keer,
Waarom moet het op deze manier?
Alweer zo’n vreselijke sfeer,
Waarom nu? Waarom hier?
Waarom dit gechagrijn?
Waarom houdt het niet op?
Waarom doet het zo’n pijn?
Waarom houden we niet onze kop?
Altijd weer dit onnozele gezeur,
Hetzelfde onderwerp, zonder doel,
En daarna wijzen naar de deur,
Alsof het je niks doet,met een hart zo koel
Kleine mensen worden groot,
En ze vechten ertegen,
Zonder vechten gaan ze dood,
Dus ik heb nog nooit gezwegen
Een keer wel bijna m’n voet gebroken,
Omdat ik tegen de muur aanschopte,
Negen was ik, toen ze bijna slaand op elkaar doken,
En ik wilde alleen maar dat het stopte
De klappen op m’n vaders hoofd,
Zijn mij gelukkig bespaard gebleven,
M’n vader kijkt verdoofd,
Tranen uit z’n ogen, z’n handen aan ‘t beven
M’n moeder bedoelt ‘t vast niet slecht,
Ze deed vast oprecht haar best,
Het bleef dagelijks een gevecht,
Het was geen betrouwbaar nest
Ze was weg, wel vier maanden,
Ze ging naar IJsland voor wat rust,
Het was of ik me in de hel waande,
Toen ze me na die maanden weer had gekust
M’n vader nam haar terug,
Alleen maar voor m’n broers en mij,
Hij was eigenwijs en stug,
Ik weet nog wat ik zei:
"Doe het nou niet,
Het gaat nu net zo goed"
Maar hij zag dat niet,
En dat is waar hij nu voor boet
M’n vader is de beste van allemaal,
En dat zweer ik op m’n hart,
Ook al was haar hart van staal,
Hij gaf haar een nieuwe start
Maar nu staat de muziek weer keihard,
En de rest van het huis is stil,
De ruzies zijn weer gestart,
Zo koud voelt het, zo vreselijk kil
Nu heb ik gelukkig een steunpilaar,
Hannah heet ze, ze luistert altijd,
Haar jeugd was ook heel zwaar,
Maar zij is degene aan wie ik geluk wijt
Zij geeft me wél innerlijke rust,
Dankzij haar ga ik hier nu beter mee om,
Bij haar ben ik wél blij als ze me kust,
Zij is degene waar ik nu naartoe kom
M’n vader gaat morgen naar de advocaat,
Het zal nu misschien wel kappen,
Hij weet nu waar hij voor staat,
Hij volgt nu de goede stappen
Ze mocht van ons allang vertrekken,
Zelfs liever gister dan vandaag,
Ze mag zelfs verrekken
Ook al klinkt het wel laag
Ik ben nu bijna oud genoeg om het huis uit te gaan,
En m’n moeder is m’n moeder niet meer,
Wat zij m’n jeugd heeft aangedaan,
Gebeurt me nu echt nooit meer…
M'n moeder is altijd al zo geweest, maar m'n vader beschermt ons ertegen. Hij liet ons nooit zien wat ze allemaal deed, tot nu, en toen ik dat doorhad schreef ik dit gedicht, alles is trouwens echt gebeurd, tot m'n eigen spijt...Dit gedicht is trouwens niet bedoelt als meelij-wekkend, maar als uitlaatklep...