haar ogen
beklimmen de
straaltjes zon,
die de kamer
in stromen,
door het zongebleekte
rood-oranje gordijn.
De kamer word bijna
volledig verlicht,
door het beetje zon,
en de TL-lamp.
het kost haar
moeite,
om een donker hoekje
te vinden,
maar het lukt.
Daar zit ze,
te bidden tot
wat niet bestaat,
tot waar zij naar
verlangt.
Rustig neemt ze
afscheid,
van alles,
dat haar ooit
zo waardevol was,
maar nu enkel een
product van verlangen
blijkt te zijn.
Ze neemt afscheid,
en verlaat,
met een handige
slok pillen,
en wat water.
haar ticketje,
tot het festival
van haar dromen.